1. Versnipper de sjalot en look in kleine stukjes. 
2. Snij de geschilde wortels en knolselder in blokjes van 1 cm op 1 cm.
3. Doe een klein scheutje olijfolie in een kookpot en laat de groenteblokjes garen tot ze beetgaar zijn, voeg wat vocht toe in de kookpot indien nodig.
4. Haal de gare groenteblokjes uit de pan en giet opnieuw een scheutje olijfolie in de pot. 
5. Voeg er de versnipperde sjalot en look aan toe,laat ze op een laag vuur en onder deksel glazig worden.
6. Voeg de rijstkorrels toe als de sjalot volledig glazig is. Roer het mengsel om tot ook de rijstkorrels glazig zij . Zorg dat er geen kleur in het mengsel komt. 
7. Voeg de witte wijn toe en laat onder voortdurend roeren absorberen, als al het vocht opgenomen is voeg je pollepel per pollepel je bouillon aan het mengsel toe onder voortdurend roeren. Voeg de tweede pollepel pas toe als de eerste volledig opgenomen is.
8. Ga zo door tot het mengsel romig in textuur wordt, test de risotto om te checken of de rijst gaar is. 
9. Voeg op het einde je groenteblokjes en de gemalen kaas toe. Roer tot alle kaas gesmolten is en de groenteblokjes mooi verdeeld zijn.
10. Serveer onmiddellijk met een extra toefje gemalen kaas als afwerking en wat blaadjes peterselie. 

door Hannah Dequeker